Vliegtuig is bedrijfsmiddel

In het zogenaamde Cessna-arrest uit 1983 heeft de Hoge Raad bepaald dat een vliegtuig geen ondernemingsvermogen is. De kosten van het vliegtuig waren zo onevenredig hoog ten opzichte van de te verwachten baten dat geen weldenkende ondernemer deze keuze zou hebben gemaakt. Het vliegtuig werd volgens de Hoge Raad dus vooral uit privéoverwegingen gekocht. Hof Amsterdam heeft onlangs bepaald dat deze regel niet altijd opgaat.

De casus is als volgt. Een ondernemer heeft een las- en constructiebedrijf. De nadruk ligt op de fabricage van oogstmachines voor de land- en tuinbouw. In 2000/2001 heeft hij een zelf te monteren vliegtuig gekocht. Vanaf 2006 kan het vliegtuig in gebruik worden genomen voor het bezoeken van zakelijke relaties in met name Oost-Europa.

De inspecteur accepteert de in 2001 op het vliegtuig toegepaste investeringsaftrek en afschrijving niet. Het Gerechtshof Amsterdam oordeelt dat de investeringsaftrek wel toegepast kan worden. De ondernemer heeft voldoende aangetoond dat het vliegtuig voor zakelijke doeleinden is aangeschaft. Hierbij is namelijk vastgesteld dat hij circa 20% van zijn omzet uit het buitenland haalt en dat gelet op de reisafstanden het reizen per vliegtuig efficiënter is dan per auto. Hierbij laat het Hof meewegen dat er in het buitenland talrijke kleine vliegveldjes bestaan die niet ver gelegen zijn van de vestigingsplaatsen van de betreffende cliënten.


Belanghebbende stemt er mee in dat in 2001 nog geen afschrijving op het vliegtuig mogelijk was. Volgens vaste jurisprudentie is afschrijving op een bedrijfsmiddel mogelijk vanaf het moment dat het in gebruik is genomen. Aangezien het vliegtuig pas in 2006 voor het eerst gebruikt kan worden is eerdere afschrijving niet mogelijk.

Bron: Gerechtshof Amsterdam 27-06-2007, 06/00201
© College Belastingadviseurs

Geplaatst op: woensdag 31 oktober 2007 om 09:56 uur
terug