Foutje, Bedankt!

In een grijs verleden stelde de inspecteur de aanslag vast na kennisneming van de aangifte en de onderliggende stukken en enig rustig achteroverleunen. Maakte hij een fout, dan kon hij niet zomaar een nieuwe aanslag vaststellen. Nee, na een zodanig weloverwogen aanslag kon hij de belastingplichtige niet blijven vermoeien met aanslagen. Voor navordering had hij een ‘nieuw feit’ nodig, behalve als de belastingplichtige opzettelijk onjuiste gegevens had verstrekt. Die belastingplichtige moest er altijd rekening mee houden, dat de inspecteur alsnog een juiste aanslag vaststelde.

Foutjes en enorme aantallen
Tegenwoordig verwerkt de Belastingdienst ruim 10 miljoen aangiften inkomstenbelasting. Daarvan wordt het overgrote deel ‘administratief afgedaan’. De computer heeft de inspecteur vervangen. Toch gaat de wet er nog steeds van uit dat elke aanslag weloverwogen is vastgesteld en dat navordering in principe niet mogelijk is. Maar belastingplichtigen vergissen zich. Ze maken intoetsfouten en ze vergissen zich in het recht. Veel van die fouten worden niet herkend in het automatische aanslagproces. Dan is vervolgens de vraag wat de inspecteur nog kan doen tegen een definitieve aanslag als daarin een fout zit die in het voordeel van de belastingplichtige is. Nou, niet zoveel. Van een nieuw feit is geen sprake als de foute aanslag wordt opgeroepen door het automatische aanslagproces. Blijft over navordering van een belastingplichtige te kwader trouw. Maar de inspecteur heeft er een harde dobber aan aannemelijk maken dat de belastingplichtige opzettelijk onjuiste gegevens heeft verstrekt.

Zo kon een man die zich 3 nullen vergiste bij zijn hypotheekrenteaftrek toch vertrouwen op de definitieve aanslag. In plaats van € 3.500 bracht hij € 3.500.000 in aftrek. Gevolg: jarenlang geen inkomstenbelasting betalen door verrekening van het vastgesteld ‘verlies’. Zie o.a. CB-netnieuws van 10 december 2007. En onlangs heeft Hof Arnhem beslist dat navordering niet mogelijk was bij een man die ten onrechte studiekosten voor zijn zoon en schenkingen aan zijn zoon in aftrek bracht. De inspecteur had op eenvoudige wijze een juiste aanslag kunnen vaststellen, als hij een blik had geworpen op de ingediende aangifte, aldus het Hof.

Het wordt eenvoudiger
Kortom: de Belastingdienst staat op achterstand. Dat komt door de vergaande automatisering van de werkprocessen en de wetgeving die nog op oude leest is geschoeid. De staatssecretaris van Financiën heeft wetgeving in voorbereiding om de Belastingdienst beter te wapenen tegen aangiften ‘die er doorheen glippen’. Zijn voorstel is om navordering mogelijk te maken als de belastingplichtige wist of behoorde te weten dat er te weinig belasting is geheven. De inspecteur hoeft dan geen opzet meer aannemelijk te maken. Ook heeft de staatssecretaris van Financiën een vereenvoudiging van de formele belastingwetgeving aangekondigd. Uit die aankondiging blijkt, dat de formele wetgeving beter moet zijn afgestemd op het procesgerichte werken van de belastingdienst. Voor die wens valt uiteraard begrip op te brengen. Maar uitgangspunt moet naar onze mening blijven, dat de belastingplichtige moet kunnen vertrouwen op een definitieve aanslag. In ieder geval valt toe te juichen, dat de staatssecretaris van Financiën vanuit de praktijk de wensen, ideeën en behoeften zal inventariseren. Maar totdat de wetgeving is veranderd blijft in veel gevallen gelden: foutje, bedankt!

Bronnen:          CB-netnieuws, 10 december 2007
                        Hof Arnhem 23 juli 2008, nr. 07/00303


© College Belastingadviseurs

Geplaatst op: dinsdag 19 augustus 2008 om 10:39 uur
terug