Foute aangifte voor rekening Belastingdienst

Als de Belastingdienst automatisch een aanslag vaststelt op basis van een aangifte waarin de belastingplichtige niet willens en wetens een fout heeft gemaakt, dan kan de Belastingdienst niet navorderen. Dit blijkt uit een arrest van de Hoge Raad in een procedure waarin een 67-jarige man per ongeluk een veel te hoge aftrek voor de eigen woning heeft aangegeven, waarna de Belastingdienst via het geautomatiseerde proces de aanslag heeft vastgesteld.

De man heeft in totaal drie keer aangifte inkomstenbelasting 2001 gedaan met de aangiftediskette. De eerste twee keer bevatte de diskette volgens de Belastingdienst geen leesbaar bestand. Toch bleek uit een print van de eerste aangifte een bedrag van € 3.419 aan rente en kosten ter zake van de eigen woning en een restantschuld ter grootte van € 63.502. De aanslag is echter vastgesteld op basis van rente en kosten ter grootte van € 3.419.635, vermoedelijk door een abusievelijke invulfout van de man. Hierdoor had de man in 2001 een vastgesteld verlies van € 3.390.453.
Hof Den Bosch heeft geoordeeld, dat de Belastingdienst de fout niet kan herstellen. Advocaat-Generaal Niessen twijfelde echter of het beginsel rechtszekerheidsbeginsel zover gaat, dat de Belastingdienst zelfs niet meer kan navorderen, als door een invulfout van de belastingplichtige geen redelijk denkend mens kan menen, dat de aanslag op het juiste bedrag is vastgesteld. De Advocaat-Generaal vond, dat de Hoge Raad zich erover moest uitlaten en stelde daarom cassatie in het belang der wet in (Netnieuws 8 augustus 2007).

De Hoge Raad heeft nu overwogen, dat de wetgever de Belastingdienst de bevoegdheid heeft gegeven na te vorderen als zij na vaststelling van de aanslag komt te beschikken over een nieuw feit, of als zij erachter komt dat de belastingplichtige opzettelijk onjuist aangifte heeft gedaan. Een ruimere navorderingsbevoegdheid heeft de wetgever tot op heden niet willen creëren. Verruiming van de navorderingsmogelijkheden is daarom volgens de Hoge Raad een rechtspolitieke beslissing.

Bronnen:
Hoge Raad, 7 december 2007, nr. 44.096
CB Netnieuws, 8 augustus 2007
CB Netnieuws, 23 februari 2007
Conclusie A-G Niessen, 14 juni 2007, nr. CW2510
Hof Den Bosch, 04/02881, 25 augustus 2006, EK VI

© College Belastingadviseurs

Geplaatst op: dinsdag 11 december 2007 om 19:49 uur
terug